Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op de inkomstenbelasting 1964, enz (verhoging van de ouderenaftrek en aanvullende ouderenaftrek)

 

Wet van 11 september 1997 tot wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met een verhoging van de ouderenaftrek en de aanvullende ouderenaftrek
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de ouderenaftrek en de aanvullende ouderenaftrek in de inkomstenbelasting en de loonbelasting met ingang van 1 juli 1997 en 1 januari 1998 te verhogen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.]

Artikel II
[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel III
[Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.]

Artikel IV
[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel V
1
Indien deze wet in het Staatsblad wordt geplaatst op of voor 30 juni 1997 treden de artikelen I en II in werking op 1 juli 1997.
2
Indien deze wet in het Staatsblad wordt geplaatst na 30 juni 1997 treden de artikelen I en II in werking op de eerste dag na plaatsing in het Staatsblad en werken zij terug tot en met 1 juli 1997.
3
De artikelen III en IV treden in werking met ingang van 1 januari 1998.
4
Onze Minister van Financiƫn kan, in afwijking in zoverre van de artikelen 25 en 26 van de Wet op de loonbelasting 1964, loonbelastingtabellen en loonbelastingtabellen voor bijzondere beloningen vaststellen die van toepassing zijn met ingang van een latere datum dan 1 juli 1997 waarin de ouderenaftrek zodanig is verwerkt dat de toepassing van de ouderenaftrek tot een te laag bedrag in de sinds 1 juli 1997 verstreken loontijdvakken zoveel mogelijk in de nog niet verstreken loontijdvakken van het kalenderjaar ongedaan wordt gemaakt. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de aanvullende ouderenaftrek.
5
In afwijking van artikel 53, zesde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 geldt voor het kalenderjaar 1997 in plaats van het bedrag van f 1293 een bedrag van f 1108.
6
In afwijking van artikel 53, zevende lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 geldt voor het kalenderjaar 1997 in plaats van het bedrag van f 1198 een bedrag van f 1119.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 11 september 1997
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiƫn, W. A. F. G. Vermeend
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, F. H. G . de Grave
Uitgegeven de vijfentwintigste september 1997
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager